vrijdag 4 juli 2008

Bolleboos


Zo'n avond dat je aan de lucht hoort
dat er ijsvogels aan zitten te komen
je ze na wat dralen op een graslaan
om een rietpol heen kunt gadeslaan

terwijl verrukt wat rietzangers gelijk
halfapen door het riet buitelend gaan
je versteld doen staan je gaat halver-
wege en denkt terug

hoe een havik voetstoots aannam
dat in het nauwgedreven een buik-
lading de dood beschreef

er zakken ondertussen soldaten af
en worden spontaan weekschildkever
op de grasmat ik hou wel van dit land-
schap dat geschapen is door grazers
bevolkt met paardenzuring brand-
netel en ander akelig stekelgewas


rondom enige bossages wilgenrozen
indrukwekkend waar die hengsten
doorstappen als horzels op de huid
hoogst irritant opgeschoten is hier
een metafoor van graslanden

dingen die zin geven aan een zwaluwstaart
verbinden de stilte met de spreeuwen
die uitgesproken wordt door andere vogels

ik zit mooi licht gade te slaan
met wat op me afkomt
waar de zon niet eens kon staan
in de weerschijn der dingen
valt dit op

daar vlucht een ree voor willekeur
van enige passanten die ongemerkt
van deze hinder voort gingen
hunsweegs ongenaakbaar onverstoorbaar
voor dit fenomeen

hier lucht van krijgen
adembenemende avond
daar ik daar lucht van kreeg
met zien hoe het licht doofde
voor mijn ogen en alles weg
zonk in het diepe riet
kragen zuchten slaakten
roerdompig alles werd
ontsteeg dat geluid
opdat de nacht viel
zacht ik sliep uit deze dag